6 januari
afscheid
soms weet ik niet of de tijd heeft gevlogen of voorbij is gekropen. Als ik
aan de keren denk dat ik het liefst gisteren nog in het vliegtuig terug was
gestapt om nooit meer terug te komen, dan ben ik eigenlijk al weer vergeten
waar ik zo verdrietig om was. Zou het echt zo erg zijn geweest? Minstens even
vaak heb ik ervan gedroomd om ergens een huisje te vinden en een heerlijk leven
te hebben in de zon, tussen de vriendelijke langzame mensen met een stel hechte
vrienden hier in de stad en genoeg kansen op een superbaan.
De rode draad door mijn verblijf was mijn uitwisselingsproject, Access to
One World. Als dat er niet was geweest had ik nooit zo doorgezet. Dan was ik
niet vier keer naar de gemeente terug gegaan om te vragen of ze al een antwoord
op mijn brief hadden, tot ik de vierde keer een draft meekreeg van de officer
in charge en twee vellejes briefpapier en even later zelf het antwoord op mijn
eigen brief zat te typen. Vervolgens verdween die brief ergens tussen de
megastapels op het bureau van de officer of sports - een enorme man, nauwelijks
sterk genoeg om zijn eigen torso te dragen. Maar ik had mijn toestemming...
Enzovoorts enzovoorts. Ik heb eindeloos in de zon gelopen, dromend ooit een
grote NGO te worden, zo eentje met dikke witte 4 Wheel Drive auto's die er
zoveel door de stad rijden, eentje met een chaffeur en een assistent - maar
ondertussen mijn hoofd verbrandend en half doof wordend van de mannen op straat
die met met willen praten / trouwen / seksen / of op zn minst sms'en en anders
gewoon willen lachen om een blanke die Swahili spreekt maar op een gegeven
moment toch ook moet zeggen: sikuelewi (ik begrijp je niet)
Overal waar ik mijn blanke hoofd om de hoek steek willen mensen
meeprofiteren. Van de taxichauffeur die vraagt of er geen baantje voor hem bij
is in dat project van me tot de curator van het museum die botweg de prijs voor
traditionele dans verdriedubbelde en dat vervolgens nog verdedigde ook.
Daarnaast heb ik dikke vrienden gemaakt met iedereen waar ik mee werk, vooral
de jongeren. Ik heb ze allemaal thuis opgezocht, in alle uithoeken van de stad
ben ik geweest om hun stulpjes te inspecteren, beleefd te doen met hun ouders
en veel te veel te eten. En allemaal willen ze naar Nederland, hun dromen
verschillen niet zoveel van die van Nederlandse jongeren die naar Afrika
willen.
Omdat er hier geen cultuur is van je werk goed doen, of op tijd, moet je
alles wat je uitbesteed drie dubbel checken. Helemaal niet erg, als je er
eenmaal in getrained bent. Iedere dag tegen de kleermaker schelden, iedere dag
in de bus om te zien of je workpermit al uitgegeven is, iedere keer een artikel
van een professionele journalist editen tot het engels wordt. Tot je de goede
mensen om je heen verzameld en alles eindelijk een beetje meer vanzelf gaat. En
dan verschijnt op een dag de foto van je naaste collega in de krant: deze man
is er met geld van ons bedrijf van door gegaan! Dan begint alles weer van voor
af aan.
De blog is niet groot genoeg om alle tegenslagen, tranen en
zweetdruppeltjes te herbergen. Alle verslagen die overnieuw moesten, alle
diskettes die kwijt raakten, computers die het opgaven en de honderden euro's
die ik mijn telefoon heb gevoerd. Uiteindelijk kom ik iedere morgen zonder veel
mopperen en vol wilskracht om half zes uit mijn bed en is er maar een ding echt
belangrijk: werken. Mn project afmaken, collega's zien en samen lachen,
lunchen, mopperen op de baas. En al die andere dingen maken me alleen mjanja
(slim) veel slimmer dan ik in Nederland ooit nodig hoop te hebben.
15 Januari ben ik weer terug.
No comments:
Post a Comment