10 January 2007

kreeft

10 januari
kreeft

naast al die uitdagingen en moeilijkheden - dingen die alleen achteraf ergens toe lijken te dienen - zijn er ook ontelbaar veel kleine dingen die het meer dan verdrietig gaan maken om hier weg te gaan.

Bijvoorbeeld de medicijnman die om de hoek van ons kantoor tegen een muur zit, half verborgen onder een groot bord waarop hij aandoeningen heeft geschreven. Van kanker tot geld-  en
liefdesproblemen - een hele lijst. Het is een oude, grijzende man in een tuniek, met een metalen bril.

De eerste maanden was ik bang van hem, en vooral geintrigeerd. Bovendien kon ik toen nog niet lezen wat er op dat bord van hem stond. Als ik 's middags langskwam stond er alleen een bankje met dat bord, maar op andere tijden van de dag zit hij daar rustig in de zon, soms met iemand naast zich, meestal alleen. Op een dag moest ik hem wel groeten, van twintig meter afstand, de meest beleefde groet die het Swahili kent: Shikamoo! Ik dacht dat hij me op z'n minst aan zou vallen, zo'n onbeleefde blanke tuttebel... Maar hij grijnsde breed en riep vrolijk terug.

Het duurde nog een maand voordat ik onderdanig naast hem stond en opbiechtte dat ik erg, erg bang voor hem was geweest. Hij moest opnieuw lachen en begon ratelend uit te leggen waar al die medicijnen voor waren. Naast hem staat een vuurkorfje waar een soort hypnotiserende walm uit komt - daar zit de beste man dus de hele dag in te stomen, de geluksvogel. Sindsdien mis ik geen enkele gelegenheid om hem te groeten - en iedere keer moeten we lachen om mijn dommigheid.

Maar meer nog dan al die mensen in de stad waar ik ooit iets van heb gekocht en sindsdien altijd een praatje mee maak, ga ik mijn kleine zusje missen. Haar kleine armpjes om mijn nek,
haar gekke grapjes en dansjes, de manier waarop ze erin slaagt om alles kapot te maken en in haar mond te stoppen en vooral om je in het weekend om zes uur klaar wakker te krijgen. Van een klein peutertje is ze een groot peutertje geworden, een die je niet meer uren op je rug kunt dragen langs het strand, zo zwaar.

En dan het samen ontbijten in de stad. Iedere keer een paar weken met dezelfde persoon, tot er iets veranderde en er weer iemand anders was om de vroege ochtend mee te delen. Een goede gelegenheid om alle kwaliteiten thee en chapati te beleven, langs de rand van de straat, in het duurste restaurantje van de buurt, in de kantine van de Nationale Huurcommissie of de YMCA. Maar vooral om alle nieuwtjes van kantoor te bespreken en alles over elkaar en Tanzania te weten te komen.

Of iedere week een nieuwe aanbidder...

Of onze nieuwe gewoonte van familie ontbijt op zondag, met z'n tienen op het strand, iedereen met de lekkerste dingen onder een boom in de schaduw en daarna zwemmen. Zomaar in je eigen achtertuin. Ook al woon je allemaal samen, het is zo belangrijk om de tijd te nemen om dingen te bespreken. En al gaan de meeste onderwerpen me niet aan (nieuwe huurder in een van de huizen die niet betaald, ruzie onder de aannemers, de beste manier om Aga's auto te verkopen, zulke dingen) maar het is een goed voorbeeld voor hoe je je familie hecht houdt. Want het werkt: afgelopen zondag bleven we tot half een in het water, stoeiend, gillend, proestend en lachend.


Ik loop er weer eens bij als een kreeft met witte velletjes. Reuze...

No comments: